Frans Derikx: De Wierikspot (rond 1952)


Op donderdagavond werd er gekaart bij  Sjang Schreurs.  Oma Schreurs verzorgde de koffie. Een van zijn kaartvrienden was “pliesie” Bos. Wat Bos niet wist was, dat Wielie Peters de kleinzoon van opa en oma Schreurs was. Het was bijna “Sintermerte”. Wielie was met zijn wierikspot lekker aan het kwalmen dicht bij het huis van zijn opa en oma toen pliesie Bos de straat in kwam fietsen.Hij reed regelrecht op Wielie af want wierikse, met vuur spelen, was in zijn ogen een doodzonde. Hij stapte af, gaf hem een reprimande, gooide de pot met brandende stukjes hout en bladeren om , trapte het vuur uit en de wierikspot plat. Trots, Hermandad weer eens gediend te hebben, stapte hij naar binnen om te gaan kaarten. Huilend, met zijn platgetrapte wierikspot in de hand rende Wielie bij oma Schreurs achterom de keuken in..…”Waat is d’r gebeurd  jungske. Waorum zump ze...?” Met horten en stoten vertelde Wielie haar wat er was gebeurd..…”WAT....!, haet Bos det gedaon.., wach maar.” Boos ging oma naar het schuurtje, nam een oud conserveblik, hamer en een spijker en begaf zich naar de  kamer waar de kaarters zich intussen hadden geinstalleerd. Met een gezicht als een donderwolk stevende ze regelrecht op pliesie Bos af. “BOS..!!, haes dich dae wierikspot van  Wielie kepot getrap...? Bis dich nog wies… zo’n klein menke… Heej pak aan” en ze duuwde hem hamer blik en spijker in zijn handen.… “De maks um now eine nieje en flot ‘n bietje…” Verbouwereerd door de furieuze aanval van oma nam hij de spulletjes aan. Een kwartier later had Wielie weer een wierikspot.


================================


Frans Derikx: De Karbietbus (rond 1952)


Op de hoek van de Hendrikxstraat / Emmastraat lag destijds de garage van de fa. v. Zwamen. De huizen aan de Emmastraat waren nog niet gebouwd. v. Zwamen gebruikte dat gedeelte als opslag of nog te repareren materieel. Een afvalbak voor carbid stond tegen de muur. Carbid werd gebruikt voor het opwekken van acetyleengas om te kunnen lassen. Brokjes carbid die niet helemaal waren vergast kwamen wel eens in de open afvalbak terecht, die daarom door ons regelmatig werd gecontroleerd. Met deze brokjes en wat toegevoegd water werd genoeg gas ontwikkeld om een “karbietbus” meerdere malen te laten knallen. De beste bussen kon je maken van bussen waar Maggieblokjes in werden geleverd. Deze waren iets smaller dan een verfblik maar wel hoger en ze hadden een deksel die er stevig ingedrukt kon worden. Een paar centimeter van de bodem werd met een spijker een gaatje geslagen. De rest was eenvoudig. Brokje carbid in de bus, beetje water erbij, deksel er op en even wachten op gasvorming.  Dan een brandende lucifer bij het gaatje houden en..BAM...! Een harde knal was het resultaat.


Om onverklaarbare reden functioneerde het soms niet.  Zo ook die ene keer. Lucifer aan het gaatje gehouden, niks. Nog eens geprobeerd, weer niks. De bus opgepakt met de deksel naar mij gericht......B-A-M-M-M ...wat een klap..., kreeg de deksel vol op mijn mond.… Binnen de kortst mogelijke tijd had ik een paar lippen waar destijds Brigitte Bardot jaloers op zou zijn geweest.  

Previous (left). Next (right). inhoudsopgave.

Frans Derikx

v/h v. Speijckstraat 3

Anekdotes
Herinneringen

Oma Schreurs

een carbidbus
In dit geval gebruikmakend van een melkbus